Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Niederlage:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Niederlage (Duits) in het Engels

Niederlage:

Niederlage [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Niederlage (Verlieren; Verlust; Schlappe)
    the defeat; the let down
    • defeat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • let down [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Niederlage (Lager; Warenhaus; Kaufhaus; )
    the warehouse; the storehouse; the store; the shed
    • warehouse [the ~] zelfstandig naamwoord
    • storehouse [the ~] zelfstandig naamwoord
    • store [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shed [the ~] zelfstandig naamwoord
    the depot
    – a depository for goods 1
    • depot [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Niederlage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
defeat Niederlage; Schlappe; Verlieren; Verlust Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Fehlschuß; Fehlschüsse; Fiasko; Mißerfolg; Mißlingen; Reinfall; Scheitern; Vereitelung
depot Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager Bahnhof; Gewehrmagazin; Haltestelle; Lager; Lagerpaltz; Magazin; Rundfunkstation; Speiseschrank; Vorratsschrank
let down Niederlage; Schlappe; Verlieren; Verlust Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Fehlschuß; Fehlschüsse; Fiasko; Mißerfolg; Mißlingen; Reinfall; Scheitern
shed Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager Armenviertel; Baracke; Barackenviertel; Baubaracke; Baubude; Bauhütte; Bruchbude; Bude; Elendviertel; Hütte; Kuhstall; Scheune; Schirmdach; Schuppen; Schutzdach; Slum; Vordach
store Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager Gewehrmagazin; Lager; Lagerpaltz; Lagerraum; Magazin; Speicher; Speiseschrank; Vorratsschrank
storehouse Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager Lager; Magazin
warehouse Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager Gewehrmagazin; Güterschuppen; Lager; Lagerort; Lagerpaltz; Magazin; Speiseschrank; Vorratsschrank
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
let down enttäuschen; ernüchtern; fallen lassen; frustrieren
shed gießen; kleckern; vergeuden; vergießen; verschwenden; vertun
store ablegen; abschießen; abstellen; archivieren; auf die Seite legen; aufbewahren; aufheben; beiseite legen; bergen; betten; bewahren; deponieren; einstallen; einstellen; fortsetzen; hamstern; hinlegen; horten; in den Stall bringen; lagern; speichern; unterstellen; weglegen; wegräumen; wegschließen; zurücklegen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
let down bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt

Synoniemen voor "Niederlage":


Wiktionary: Niederlage

Niederlage
noun
  1. das Unterliegen bei einer Auseinandersetzung im militärischen, persönlichen oder sportlichen Sinne
Niederlage
noun
  1. instance of losing
  2. the act of defeating or being defeated
  3. losing situation with no escape

Cross Translation:
FromToVia
Niederlage defeat nederlaag — het verlies van een strijd

Computer vertaling door derden: