Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. unerfahren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unerfahren (Duits) in het Engels

unerfahren:

unerfahren bijvoeglijk naamwoord

  1. unerfahren (ungeübt; unreif)
    inexperienced

Vertaal Matrix voor unerfahren:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inexperienced unerfahren; ungeübt; unreif

Synoniemen voor "unerfahren":


Wiktionary: unerfahren

unerfahren
adjective
  1. keine oder sehr wenig Erfahrung in etwas haben
unerfahren
adjective
  1. not experienced
  2. inexperienced
  3. Immature, lacking in life experience
  4. having little experience