Farbig: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

farbig:
- colourful; colorful; cheerful; bright; florid; blooming; flowered; high-coloured; coloured; colored; multi-coloured; richly coloured; many-coloured; richly colored; many coloured; multi-colored
Wiktionary:
- farbig → colored

Duits

Uitgebreide vertaling voor farbig (Duits) in het Engels

farbig:

farbig bijvoeglijk naamwoord

farbig (knallbunt)
colourful; colorful
- colourful bijvoeglijk naamwoord, Brits
- colorful bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
farbig (blühend; frisch)
colourful; cheerful; florid; colorful
- colourful bijvoeglijk naamwoord, Brits
- cheerful bijvoeglijk naamwoord
- florid bijvoeglijk naamwoord
- colorful bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
bright
– having striking color ¹
- bright bijvoeglijk naamwoord
  - bright dress¹
farbig (farbenfroh; frisch; blühend; geblümt; farbenfreudig)
colourful; blooming; florid; flowered; cheerful; colorful
- colourful bijvoeglijk naamwoord, Brits
- blooming bijvoeglijk naamwoord
- florid bijvoeglijk naamwoord
- flowered bijvoeglijk naamwoord
- cheerful bijvoeglijk naamwoord
- colorful bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
bright
– having striking color ¹
- bright bijvoeglijk naamwoord
  - bright dress¹
farbig (knallbunt; farbenfroh; frisch; munter)
colourful; high-coloured; coloured; colorful; colored
- colourful bijvoeglijk naamwoord, Brits
- high-coloured bijvoeglijk naamwoord
- coloured bijvoeglijk naamwoord, Brits
- colorful bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
- colored bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
farbig (farbenfroh; vielfarbig; bunt; farbenfreudig; knallbunt; buntscheckig)
colourful; colorful; multi-coloured; richly coloured; many-coloured; richly colored; many coloured; multi-colored
- colourful bijvoeglijk naamwoord, Brits
- colorful bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
- multi-coloured bijvoeglijk naamwoord, Brits
- richly coloured bijvoeglijk naamwoord
- many-coloured bijvoeglijk naamwoord
- richly colored bijvoeglijk naamwoord
- many coloured bijvoeglijk naamwoord
- multi-colored bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor farbig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blooming		Blühperiode; Blüte
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blooming	blühend; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; frisch; geblümt	blühend; frisch; geblümt
cheerful	blühend; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; frisch; geblümt	ausgelassen; begeistert; entzückt; freudenerfüllt; freudig; freudvoll; froh; fröhlich; glücklich; gut gelaunt; gutgelaunt; heiter; herzensfroh; lebhaft; lustig; munter; vergnüglich; voll Freude; wohlgemut
colored	farbenfroh; farbig; frisch; knallbunt; munter	bevorurteilt; tendenziös; voreingenommen
colorful	blühend; bunt; buntscheckig; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; frisch; geblümt; knallbunt; munter; vielfarbig	ausgelassen; begeistert; fröhlich; heiter; lustig; munter
coloured	farbenfroh; farbig; frisch; knallbunt; munter	bevorurteilt; tendenziös; voreingenommen
colourful	blühend; bunt; buntscheckig; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; frisch; geblümt; knallbunt; munter; vielfarbig	ausgelassen; begeistert; fröhlich; heiter; lustig; munter
florid	blühend; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; frisch; geblümt	geblümt
flowered	blühend; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; frisch; geblümt	geblümt
multi-colored	bunt; buntscheckig; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; knallbunt; vielfarbig
multi-coloured	bunt; buntscheckig; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; knallbunt; vielfarbig
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bright	blühend; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; frisch; geblümt	anschaulich; aufgeweckt; aufschlußreich; ausgekocht; ausgelassen; ausgeschlafen; begeistert; behende; blank; blinkend; brillant; clever; das ist klar wie Klosbrühe; derb; deutlich; dreist; durchtrieben; eindeutig; einleuchtend; einsichtsvoll; erkennbar; fiffig; flink; flott; fröhlich; gelehrt; genial; gerissen; gescheit; geschickt; gewandt; gewichst; gewiegt; geübt; glashell; glatt; glimmend; gläsern; heiter; helle; hinterlistig; hochgelehrt; im Trend; intelligent; klar; klug; listig; lustig; modisch; munter; nett; offensichtlich; pfiffig; sachverständig; scharfsinnig; schick; schlagfertig; schlau; schneidig; sicher; sichtbar; sonnenklar; spirituell; spitzfindig; strahlend; vernehmbar; vernehmlich; vernünftig; verschmitzt; verständlich; weise; witzig; übersichtlich
high-coloured	farbenfroh; farbig; frisch; knallbunt; munter
many coloured	bunt; buntscheckig; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; knallbunt; vielfarbig
many-coloured	bunt; buntscheckig; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; knallbunt; vielfarbig
richly colored	bunt; buntscheckig; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; knallbunt; vielfarbig
richly coloured	bunt; buntscheckig; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; knallbunt; vielfarbig

Synoniemen voor "farbig":

bunt; farbenfroh; gefärbt; mehrfarbig

Wiktionary: farbig

farbig

adjective

South Africa: of neither black nor white skin color
- colored → farbig
US: of skin color other than the white, particularly black
- colored → farbig
colorful
- colored → bunt; farbig
having a particular kind of color
- colored → farbig

Computer vertaling door derden:

Engels

Uitgebreide vertaling voor farbig (Engels) in het Duits

farbig: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: farbig

Uitgebreide vertaling voor farbig (Duits) in het Engels

farbig:

farbig bijvoeglijk naamwoord

farbig (knallbunt)

farbig (blühend; frisch)

farbig (farbenfroh; frisch; blühend; geblümt; farbenfreudig)

farbig (knallbunt; farbenfroh; frisch; munter)

farbig (farbenfroh; vielfarbig; bunt; farbenfreudig; knallbunt; buntscheckig)

Vertaal Matrix voor farbig:

Synoniemen voor "farbig":

Wiktionary: farbig

Uitgebreide vertaling voor farbig (Engels) in het Duits

farbig: (*Woord en zin splitter gebruikt)

farbig: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}