Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Visier:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Visier (Duits) in het Engels

Visier:

Visier [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Visier
    the sight; the backsight
    • sight [the ~] zelfstandig naamwoord
    • backsight [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Visier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
backsight Visier
sight Visier Anblick; Ansicht; Antlitz; Ausblick; Aussicht; Blick; Fernsicht; Gesicht; Schauspiel; Sicht; Szene; ansicht

Wiktionary: Visier

Visier
noun
  1. bewegliche Vorrichtung an einem Helm zum Schutz des Gesichts
  2. Militär, Schießsport: Zielvorrichtung an Waffen
Visier
noun
  1. an optical instrument
  2. device used in aiming a firearm
  3. part of a helmet
  4. fore piece of a cap