Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Verletzung

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Verletzung

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Verletzung:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Verletzung (Duits) in het Engels

Verletzung:

Verletzung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Verletzung (Blessur; Verwundung; Wunde)
    the injury
    • injury [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Verletzung (Wunde; Schädigung; Verwundung; Blessur)
    the wound; the injury; the hurt
    • wound [the ~] zelfstandig naamwoord
    • injury [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hurt [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Verletzung (Gesetzesübertretung; Übertretung; Freveltat; )
    the offence; the delict; the misbehaviour; the misdemeanour; the criminal offence; the crime; the misdemeanor; the offense; the misbehavior
  4. die Verletzung (Schäden)
    the injuries
    • injuries [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Verletzung (Verwundung)
    the bruise; the swelling; the lump; the bump
    • bruise [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swelling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lump [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bump [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Verletzung (Kränkung)
    the hurting
    • hurting [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. die Verletzung (Kränkung)
    the offending; the hurting; the hurting someone's feelings
  8. die Verletzung (Prellung; Kränkung)
    the bruising; the being bruised; the injuring; the wounding
  9. die Verletzung (Beschwerde; Kränkung; Schmähung)
    the offence; the injury; the hurt; the offense
    • offence [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • injury [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hurt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • offense [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor Verletzung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
being bruised Kränkung; Prellung; Verletzung
bruise Verletzung; Verwundung Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Quetschung; Quetschwunde; Schwellung
bruising Kränkung; Prellung; Verletzung
bump Verletzung; Verwundung Anprall; Anstoß; Bums; Fall; Holpern; Knall; Krach; Plumps; Puff; Schlag; Schuß; Stoß; Unebenheit; Zusammenstoß; leichter Stoß
crime Ausschreitung; Entfremdung; Freveltat; Gesetzesübertretung; Verletzung; Zuwiderhandlung; Übertretung Frevel; Freveltat; Kriminalität; Missetat; Terror; Verbrechen; es geht um Leben und Tot; lebenswichtige Angelegenheit
criminal offence Ausschreitung; Entfremdung; Freveltat; Gesetzesübertretung; Verletzung; Zuwiderhandlung; Übertretung
delict Ausschreitung; Entfremdung; Freveltat; Gesetzesübertretung; Verletzung; Zuwiderhandlung; Übertretung
hurt Beschwerde; Blessur; Kränkung; Schmähung; Schädigung; Verletzung; Verwundung; Wunde
hurting Kränkung; Verletzung
hurting someone's feelings Kränkung; Verletzung
injuries Schäden; Verletzung Schäden; Verwundungen; Wunden
injuring Kränkung; Prellung; Verletzung Beschädigen; Verletzen; angreifen; antasten
injury Beschwerde; Blessur; Kränkung; Schmähung; Schädigung; Verletzung; Verwundung; Wunde Abbruch; Beeinträchtigung; Benachteiligung; Beschädigung; Einbuße; Schade; Schaden; Schadhaftigkeit; Schäden; Schädigung; Verlust
lump Verletzung; Verwundung Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Blase; Brocken; Buckel; Geschwulst; Grus; Holzschuh; Höcker; Klecks; Klumpen; Schwellung; Stück; Tölpel; Wulst; kleiner Brocken
misbehavior Ausschreitung; Entfremdung; Freveltat; Gesetzesübertretung; Verletzung; Zuwiderhandlung; Übertretung Delikt; Freveltat; Verbrechen; Vergehen; schlechteBenehmen; schlechteFührung
misbehaviour Ausschreitung; Entfremdung; Freveltat; Gesetzesübertretung; Verletzung; Zuwiderhandlung; Übertretung Delikt; Freveltat; Verbrechen; Vergehen; schlechteBenehmen; schlechteFührung
misdemeanor Ausschreitung; Entfremdung; Freveltat; Gesetzesübertretung; Verletzung; Zuwiderhandlung; Übertretung Delikt; Freveltat; Verbrechen; Vergehen; schlechteBenehmen; schlechteFührung
misdemeanour Ausschreitung; Entfremdung; Freveltat; Gesetzesübertretung; Verletzung; Zuwiderhandlung; Übertretung Delikt; Freveltat; Verbrechen; Vergehen; schlechteBenehmen; schlechteFührung
offence Ausschreitung; Beschwerde; Entfremdung; Freveltat; Gesetzesübertretung; Kränkung; Schmähung; Verletzung; Zuwiderhandlung; Übertretung Frevel; Freveltat; Missetat; Verbrechen; strafbare Handlung
offending Kränkung; Verletzung
offense Ausschreitung; Beschwerde; Entfremdung; Freveltat; Gesetzesübertretung; Kränkung; Schmähung; Verletzung; Zuwiderhandlung; Übertretung Frevel; Freveltat; Missetat; Verbrechen
swelling Verletzung; Verwundung Anschwellung; Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Ausdehnung; Beule; Blase; Buckel; Geschwulst; Höcker; Schwellen; Schwellung; Wulst
wound Blessur; Schädigung; Verletzung; Verwundung; Wunde Einschnitt; Gebißwunde; Schneide; Schnitt; Schnittwunde
wounding Kränkung; Prellung; Verletzung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruise düpieren; kränken; quetschen; schaden; schädigen; sichverwunden; verletzen; verstauchen; verwunden
hurt Schmerz tun; anschlagen; antun; behindern; beleidigen; benachteiligen; beschädigen; düpieren; foltern; jemandem Schmerzen zufügen; kasteien; kränken; martern; peinigen; quetschen; schaden; schädigen; sichverwunden; verletzen; verwunden
wound düpieren; kränken; quetschen; schaden; schädigen; sichverwunden; verletzen; verwunden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hurt angeschossen; beleidigt; gekränkt; getroffen; verletzt; verwundet
offending anstößig; beleidigend; kränkend; lästerlich; schmerzend; schmerzhaft; schmerzlich; unverschämt; verleumderisch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hurting schadend

Synoniemen voor "Verletzung":


Wiktionary: Verletzung

Verletzung
noun
  1. das Übertreten eines Gebotes, einer Grenze
  2. eine physische oder psychische Wunde
Verletzung
noun
  1. a wound or an injury
  2. damage or violation
  3. A violation
  4. act or instance of violating
  5. injury
  6. something that offends a person’s feelings
Cross Translation:
FromToVia
• Verletzung → injury ↔ verwonding — lichamelijk letsel
• Verletzung → trauma; harm ↔ letsel — lichamelijke schade met name aangericht in een ongeluk of gevecht
• Verletzung → injury ↔ blessure — een verwonding die men door sportbeoefening heeft gekregen
• Verletzung → injury; wound; lesion ↔ blessure — plaie ou fracture produire par un coup ou un choc. — note On le dit plus communément des coups qui entament la chair.
• Verletzung → crime; offence ↔ délit — Toute infraction, consciente ou non, aux lois.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0496 seconde
Page rendered in 1.0 seconds