Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Juwel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Juwel (Duits) in het Engels

Juwel:

Juwel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Juwel (Schatz; Schätzchen; Herzchen; liebes Kind)
    the sweetheart
    – a person loved by another person 1
    the ladylove
    – a woman who is a man's sweetheart 1
    • ladylove [the ~] zelfstandig naamwoord
    the hearts desire; the young man; the darling
    the beloved; the dearest; the love
    – a beloved person; used as terms of endearment 1
    • beloved [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dearest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • love [the ~] zelfstandig naamwoord
    the deary
    – a special loved one 1
    • deary [the ~] zelfstandig naamwoord
    the lover
    – a person who loves someone or is loved by someone 1
    • lover [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Juwel (Schmuckstück; Geschmeide; Kleinod; )
    the jewellery; the ornament
  3. Juwel (Schmuck; Zierat; Schmuckstück)
    the adornment; the ornament

Vertaal Matrix voor Juwel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adornment Juwel; Schmuck; Schmuckstück; Zierat Ausschmückung; Girlande; Ordenszeichen; Randsteuerelement; Verzierung
beloved Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind Augapfel; Auserwählte; Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Herzchen; Hätschelkind; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebhaber; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen; Stern
darling Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind Bevorzugte; Engel; Favorit; Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Gesellschaftstier; Gottgesandte; Günstling; Herzchen; Herzenskind; Himmelsbewohner; Himmlische; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebhaber; Liebling; Liebste; Schatz; Schmusekätzchen; Schoßkind; Schätzchen; entzückende Kind; liebe Person; liebes Kind; niedliche Kind; süße Kind
dearest Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Herzchen; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebhaber; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen; liebes Kind
deary Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Herzchen; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebhaber; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen
hearts desire Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Herzchen; Liebchen; Liebhaber; Liebling; Liebste
jewellery Edelstein; Edelsteine; Gehänge; Geschmeide; Juwel; Kleinod; Nippes; Nippsache; Schmuckstein; Schmuckstück Bijouterien; Juwelierarbeit; Schmucksteine; Schmuckstücke
ladylove Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Liebchen; Liebhaber; Liebling; Liebste
love Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind Geliebte; Herzchen; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen; liebes Kind
lover Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind Enthusiast; Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Liebchen; Liebhaber; Liebling; Liebste
ornament Edelstein; Edelsteine; Gehänge; Geschmeide; Juwel; Kleinod; Nippes; Nippsache; Schmuck; Schmuckstein; Schmuckstück; Zierat Ausschmückung; Ordenszeichen; Ornament; Verzierung
sweetheart Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind Enthusiast; Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Herzchen; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebhaber; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen; liebes Kind
treasure Geliebte; Herzchen; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen
young man Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind Bursche; Freiherr; Junker; Jüngling; Landjunker; jungeMann
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoard auf die Seite legen; beiseite legen; hamstern; horten; zurücklegen
love Geschlechtsverkehr haben; Liebe machen; bumsen; ficken; gefallen; lieben; liebhaben; miteinander schlafen; sich lieben
ornament aufmachen; dekorieren; feinmachen; fertigmachen; fertigstellen; garnieren; gestalten; verzieren; vollenden; zieren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beloved allerliebst; auserkoren; auserwählt; beliebt; geliebt; geliebte; gerngesehen; lieb; nett; populär; süß; tierbare

Synoniemen voor "Juwel":


Wiktionary: Juwel

Juwel
noun
  1. -
  2. geschliffener und damit veredelter Edelstein
  3. (meist wertvolles) Schmuckstück
Juwel
noun
  1. anything considered precious or valuable
  2. gemstone
  3. a gem
  4. precious stone

Cross Translation:
FromToVia
Juwel gem; jewel bijou — Petit ouvrage de luxe d’un travail élégant et d’une matière précieuse, et qui sert de parure et d’ornement
Juwel jewel; gem joyauornement précieux d’or, d’argent, de pierreries, qui sert à la parure, comme les bracelets, les pendants d’oreilles, etc.