Duits

Uitgebreide synoniemen voor verfänglich in het Duits

verfänglich:

verfänglich bijvoeglijk naamwoord

  1. verfänglich
    lästig; schwierig; schlimm; heikel; mißlich; furchtbar; unbequem; unangenehm; brenzlig; schwer; peinlich; prekär; gefährlich; drohend; beschwerlich; hinderlich; delikat; zudringlich; feindlich; unbestimmt; bedrohlich; aufdringlich; verfänglich; mäkelig

Alternatieve synoniemen voor "verfänglich":