Duits

Uitgebreide synoniemen voor elend in het Duits

elend:

elend bijvoeglijk naamwoord

  1. elend
    erbärmlich; schlecht; unpäßlich; elend; miserabel
  2. elend
    armselig; verlottert; elend; schäbig; mittellos; unansehnlich; ärmlich; zerlumpt; armutig; verludert; schlottrig
  3. elend
    katastrophal; unglücklich; unselig; elend; verhängnisvoll; unheilvoll; unglückselig
  4. elend
    unglücklich; katastrophal; verhängnisvoll; elend; fatal; unglückselig; unselig; unheilvoll
  5. elend
    schaudererregend; freudlos; himmelschreiend; furchtbar; grob; grausam; fürchterlich; elend; betrübt; eingehend; gräßlich; einschneidend; empörend; schauderhaft; infam; grauenerregend
  6. elend
    elend
    • elend bijvoeglijk naamwoord
  7. elend
    kläglich; elend; quengelig; nörglerisch; jammervoll; klagend
  8. elend
    miserabel; erbärmlich; elend; jämmerlich
  9. elend
    miserabel; elend

Alternatieve synoniemen voor "elend":