Duits

Uitgebreide synoniemen voor Verdienst in het Duits

Verdienst:

Verdienst [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Verdienst
    der Gewinn; der Profit; der Bezug; der Ertrag; der Verdienst; der Erlös; der Nutzen; der Extraprofit; der Sinn
    • Gewinn [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Profit [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bezug [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ertrag [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Verdienst [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Erlös [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Nutzen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Extraprofit [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Sinn [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Verdienst
    der Wert; die Würde; der Verdienst; die Geltung; die Verdienstlichkeit; Verdienste
  3. der Verdienst
    die Belohnung; der Lohn; Honorar; Gehalt; die Bezahlung; der Verdienst; Entgeld; die Gage; Einkommen; die Besoldung; die Einkünfte
    • Belohnung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Lohn [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Honorar [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gehalt [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bezahlung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Verdienst [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Entgeld [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Einkommen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Besoldung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Einkünfte [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Verdienst
    Einkommen; Gehalt; der Lohn; die Besoldung; der Verdienst; Monatslohn; die Erwerbseinkünfte
  5. der Verdienst
    Einkommen; Gehalt; der Lohn; die Besoldung; der Verdienst; Monatslohn; die Erwerbseinkünfte; die Einkünfte
  6. der Verdienst
    der Verdienst
  7. der Verdienst
    der Lohn; die Besoldung; die Bezahlung; der Verdienst; Gehalt; Einkommen; Arbeitslohn
  8. der Verdienst
    der Verdienst; die Verdienstlichkeit

Alternatieve synoniemen voor "Verdienst":