Overzicht
Duits Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. Passus:


Duits

Uitgebreide synoniemen voor Passus in het Duits

Passus:

Passus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Passus
    der Passus; die Stelle
    • Passus [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stelle [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Passus
    der Satz; die Klausel; der Passus
    • Satz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Klausel [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Passus [der ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Passus":