Duits

Uitgebreide synoniemen voor Kleine in het Duits

Kleine:

Kleine [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kleine
    die Kleine
    • Kleine [die ~] zelfstandig naamwoord

Kleine [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kleine
    der Knabe; der Bube; der Kleine
    • Knabe [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bube [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kleine [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Kleine
    der Knabe; der Sprößling; der Dreikäsehoch; der Knirps; Kleinkind; Kind; der Kleine; Gör; Dingelchen; der Wicht; Ding; Kerlchen
    • Knabe [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Sprößling [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Dreikäsehoch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Knirps [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kleinkind [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kind [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kleine [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gör [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Dingelchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Wicht [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ding [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kerlchen [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Kleine
    der Knabe; der Sprößling; der Knirps; der Kleine; der Wicht; Kerlchen; der Dreikäsehoch
    • Knabe [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Sprößling [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Knirps [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kleine [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wicht [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kerlchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Dreikäsehoch [der ~] zelfstandig naamwoord

Verwante synoniemen voor Kleine