Duits

Uitgebreide synoniemen voor Gejohle in het Duits

Gejohle:

Gejohle [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gejohle
    Gejohle; Gejubel
    • Gejohle [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gejubel [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. Gejohle
    Gejohle; Hohngelächter; der Spott; die Verleumdung; die Schande; die Verhöhnung; die Schmähung; die Verspottung; Gespött; die Lästerung; Johlen
  3. Gejohle
    Schreien; Gepolter; Gebrüll; Geschimpfe; Gejohle; Gegröle; Johlen; Zetergeschrei

Alternatieve synoniemen voor "Gejohle":