Duits

Uitgebreide synoniemen voor Einbrecher in het Duits

Einbrecher:

Einbrecher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Einbrecher
    der Einbrecher; der Fassadenkletterer; der Dieb; der Eindringling; der Einschleicher
  2. der Einbrecher
    der Dieb; der Einbrecher
    • Dieb [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Einbrecher [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Einbrecher
    der Infiltrant; der Fremdkörper; der Zudringling; der Einbrecher; der Einschleicher; der Eindringling