Duits

Uitgebreide synoniemen voor Aufmachung in het Duits

Aufmachung:

Aufmachung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Aufmachung
    Loch; die Öffnung; die Bresche; die Einschläge; die Aufmachung; der Einschlag
  2. die Aufmachung
    die Hülse; Gehäuse; die Verpackung; Gefäß; die Packung; die Büchse; die Schachtel; die Dichtung; die Kapsel; die Aufmachung; die Dose; der Kasten; der Karton; die Spreu; der Flugschreiber; die Emballage; die Liderung; die UmhÜllung
    • Hülse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gehäuse [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Verpackung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gefäß [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Packung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Büchse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schachtel [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Dichtung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kapsel [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Aufmachung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Dose [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kasten [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Karton [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Spreu [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Flugschreiber [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Emballage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Liderung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • UmhÜllung [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Aufmachung
    die Kleidung; die Aufmachung
  4. die Aufmachung
    die Erweiterung; die Erhöhung; die Ausdehnung; die Steigung; die Aufmachung; die Abschaffung; die Zunahme; die Ausweisung; die Vergrößerung; die Verweisung; die Verbannung; die Verjagung

Alternatieve synoniemen voor "Aufmachung":