Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. propio:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor propio (Spaans) in het Engels

propio:

propio bijvoeglijk naamwoord

  1. propio
    own
    • own bijvoeglijk naamwoord
  2. propio (igual; mismo)
    similar; same
    • similar bijvoeglijk naamwoord
    • same bijvoeglijk naamwoord
  3. propio (nativo; indígena; autóctono; )
    native
    • native bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor propio:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
native autóctono; habitante original; indígena; innato; nativa; nativo
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
own disponer de; haber; poseer; propiedades; tener
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
native autóctono; característico de; del país; indígena; inherente a; nativo; natural de; original de; particular; personal; propio; propio de aborígen; autóctono; del país; indígena; ingénito; innato; instintivo; interior; intestino; nacional; nativo; natural de; original de; tierra adentro
own propio
same igual; mismo; propio
similar igual; mismo; propio a la par; al igual que; analógico; análogo; como; comparable; con arreglo a; con denominador común; conforme a; de acuerdo con; del mismo nombre; el mismo; homogéneo; homónimo; idénticamente; idéntico; igual; lo mismo; otro tanto; parecido; semejante; similar

Verwante woorden van "propio":

  • propia, propias, propios

Synoniemen voor "propio":


Wiktionary: propio

propio
en-det
  1. belonging to (determiner)

Cross Translation:
FromToVia
propio own eigen — op zichzelf betrekking hebbend
propio itself zelf — in tegenstelling met iets anders
propio own; proper propre — Personnel

Verwante vertalingen van propio